P.C. Hooft/Al troont geleerde hand
← Aan mijne vrouw | Litterarische fantasiën en kritieken (1868) door C.Busken Huet
Al troont geleerde hand |
Mijn lief, mijn lief, mijn lief → |
Gedicht van P.C.Hooft opgenomen in Busken Huet, Litterarische fantasiën en kritieken deel 1. |
Al troont geleerde hand, met vingers wis en snel.
Vleijende wijzen mit het zangrig snarenspel;
Al lokt uw zoetste zang, met streelend lief geluid.
De zielen opgeligt tot haar ligchamen uit; —
Vleijende wijzen mit het zangrig snarenspel;
Al lokt uw zoetste zang, met streelend lief geluid.
De zielen opgeligt tot haar ligchamen uit; —
In strikjes van uw hair mijn geest niet is verwart:
Uw blinkend aangezigt sticht mij geen brand in 't hart.
Van 't schittren uwes oogs en word ik niet verblind:
Noch zang noch kunstig spel mijn zacht gemoed verwint.
Uw blinkend aangezigt sticht mij geen brand in 't hart.
Van 't schittren uwes oogs en word ik niet verblind:
Noch zang noch kunstig spel mijn zacht gemoed verwint.
Maar wijze goedheids kracht, en 't needrig braaf gelaat, enz.
[1]Dat teedre borst verkwikt en trotsche borst verslaat;
Maatwijze geestigheên, bevalliglijk vertaald:
Deez' hebben op mijn ziel verwinnings roem behaald.
Maatwijze geestigheên, bevalliglijk vertaald:
Deez' hebben op mijn ziel verwinnings roem behaald.
- ↑ wikisource noot:aangevuld met 3 regels eindstrofe