Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/23

Deze pagina is proefgelezen

☾ 23 ☽

om gelukkig te worden, en aan alle menſchen, niemand uitgezonderd, de verpligting opgelegd, om elkanderen, zo veel in hun vermogen is, gelukkig te maken. Om dit goede oogmerk van den Schepper te bereiken, dat is om hun geluk te bevorderen, hebben de menſchen gevonden niet beter te kunnen doen, dan zig in groote getallen, ſomtyds van eenige millioenen, byeen te voegen en groote maatſchappyen opterigten, waarvan de leden (daar gylieden altyd wel op letten moet) van nature allen egaal en aan elkanderen gelyk zy, en de een niet is onderworpen aan den anderen; in welke maatſchappyen, doorgaans Burgermaatſchappyen, volken, of natien genaamd, de leden of participanten zig verbinden, om elkanders geluk, zo veel mogelyk, te bevorderen, en zig onderling met vereenigde kragten te beſchermen en te handhaven in het ongeſtoorde genot van allen eigendom, bezittingen en alle zo aangeborene als wel en wettig verkregene reg­ten. Gylieden begrypt dus, dat wanneer eenige Leden der Burgermaatſchappy op eene geweldige wyze in hunne regten en bezittingen aangevallen ende verkort worden; gelyk, by voorbeeld, onze kooplieden en weerlooze zeelieden, zo veele jaren van de Engelſchen hebben moeten ondervinden, de geheele Burgermaatſchappy alsdan onder de verpligting legt om dit geweld tegen te gaan, en alle hare kragten te vereenigen om’er zig tegen te verzetten, en aan hare medeleden en medeparticipanten volkomen vergoeding van ſchade en zekerheid voor het toekomende te bezorgen. Gylieden ziet dus hoe trouwloos onze Admiraal Generaal en zy­ne Afhangelingen, met zo veele duizende der nuttigſte Leden van onze Burgermaatſchappy, hebben gehandeld door Convooy en beſcherming te weigeren aan de ſchepen met hout en ſcheepsmaterialen beladen, die naar Frankryk moeſten, en volgens de Tractaten mogten!
Dit zyn de regten des volks! dit zyn ulieder regten, o Menſchen! o Nederlanders! Die het ulieden anders leeren, al was het van den Predikſtoel, zyn ulieder vyanden, en door den Prins en zyne Grooten omgekogt, of zy verſtaan het ſtuk niet. Gelooft ze dus niet, maar overdenkt het geene ik ulieden hier zo een­voudig en klaar geleerd hebbe, en gylieden zult by U