Deze pagina is proefgelezen
– 66 –
STEEN. (Jan)
No.
299. | Onder een’ boom staat, op een’ houten verheven vloer, een kwakzalver, terwijl een oud wijf met des kwakzalvers gek bezig zijn een’ boer te verbinden. Op den voorgrond wordt een dronken boer door een wijf in een kruiwagen naar huis gebragt. Voorts eene menigte aanschouwers, en in het verschiet een kasteel en dorp. |
STEEN. (jan)
300. | Dit beroemde stuk verbeeldt een St. Nikolaas feest. Men ziet verscheide kinderen, welke van hunne ouders de gewone geschenken van dien dag ontvangen. Een jongen staat huilende, terwijl men op eene geestige wijze hem eene roede laat zien, die in een’ zijner ledige schoenen gestoken is. De vrolijkheid der overige kinderen en het vergenoegen der ouders is op de sprekendste wijze en in den besten stijl van dezen meester, in dit stuk uitgedrukt. |
STEEN. (jan)
301. | In een groot binnenvertrek ziet men verscheidene personen, waarvan er drie aan eene tafel met de dobbelsteenen spelen. In het midden van de kamer hangt een papegaai in zijn kooi, eene vrouw reikt aan hem een stukje eten toe. |