Deze pagina is proefgelezen
– 72 –
324. |
genaamd de galpert. Men ziet het engelsche scheepsvolk, schoon reeds gevangen, op verschillende plaatsen de geschutpoorten van gemelde schip inkruipen; wijders oorlogschepen, benevens een klein vaartuig, waarin de beroemde schilder van dit stuk zich op dien tijd in de vloot liet rond voeren, om alles van nabij te zien, en naar waarheid te kunnen afteekenen. Het bovengemelde gebeurde op den dertienden van Zomermaand 1666, zijnde de derde dag van den roemrijken zeeslag tusschen den luitenant-admiraal van Holland en Westvriesland, hertog en ridder, Michiel Adriaansz. de Ruiter, en de engelsche vloot, onder het opperbevel van den admiraal Monk, hertog van Albemarle. |
VELDE. (willem van de)
No.
325. | De wedergade van het voorgaande stuk, voorstellende het opbrengen der vier veroverde engelsche oorlogschepen, als the swiftsure, gevoerd geweest door den ridder William Barclay, vice-admiraal der witte vlag, de zeven wolden, de getrouwe George, en de convertine, alle gevoerd wordende naar het zoogenaamde Goereesche gat. Verder ziet men eene menigte zeilende schepen, sloepen en veel gewoel; in deze beide stukken is alles zoo helder, natuurlijk |