Pagina:Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden - Eerste deel.pdf/204

Deze pagina is niet proefgelezen
23
AAR.

schonken; maar vooral wisten de Graven van Vlaanderen, door haar met voordeelige privilegiën te begunstigen, dekooplieden van Spanje, Duitsch- land en andere gewesten uit te lokken, om op deze stad te handelen. De daaruit voortvloeijende welvaart maakte niet weinig den naijver van hare naburen gaande, waarom de Graven van Holland, door allerlei voorreg- ten, de vreemde kooplieden, die gewoon waren op deze stad te handelen, binnen hunne landpalen zoëhten te lokken, ten einde alzoo ook eenig deel aan die voordeelen te hebben. Ook bloeiden de wol- en lakenweverijen al- daar reeds in de 12e en 13e eeuw, en in 1245 had de stad van THOIAS VAN SXVOYE, echtgenoot van JOHANNA, Gravin van Vlaanderen, verlof verkregen om een kanaal te graven, dat in zee uitliep, hetgeen den handel der stad niet weinig bevorderlijk was. Sommigen beweren,dat AARDENBURG,be- nevens eenige andere Vlaamsche steden,oudtijds tot Zeeland behoord hebbc. In vroeger eeuwen moeten dc Sneven, die door de Franken tot den Beneden Rijn doordrongen, en het land, dat zich van hier tot Gallië uit- strektte verwoestten, zich ook hier vertoond, en onder anderen RODEN- DÜRG, toen reeds eene aanzienlijke handelstad, verbrand hebben. Daar ELIGIUS, in het midden der VII eeuw, hen nog in deze streken aantrof, schijnen zij zich, op de eene of andere wijze, hier gevestigd te hebben. Ten tijde van LODEWIJK de Vrome werd RODENBtRG door de Deenen ander- maal verbrand. Sedert is zo wel weder herbouwd ; maar nimmer tot ha- ren ouden luister opgeklommen, waartoe veel bijbragt, dat zij gestadig aan oorlogsrampen of watervloeden ten doel stond, want in 1500 viel hier een gevegt voor, waarin de Vrijlaten of die van het Vrije van Sluis en Brugge door de Franschen geslagen verden, doch onder dc regering van LODEWIJK, Graaf van Vlaanderen, werd de stad vruchte- loos belegerd door de Gentenaars, die na verloop van zes weken onverrig- ter zake moesten aftrekken. Slechter verging het echter deze stad in '1585 toen de Gentenaars, vereenigd met de Engelschen, haar plànderden, uit- rnoordden en verbranddcn, terwijl zij, den 19 November 1404, door eenen watervloed hevig geteisterd werd. Naauwclüks was zij deze rampen eenig- zins te boven, of zij werd in 1452 nogmaals verbrand door de Gente- naars, die tegen hunnen Graaf, destijds PHILIPS de Goede, Hertog van Bourgondie, aan het muiten waren. De overstrooming van October 1612 heeft hiermede veel schade aangerigt. Ook leed,nadat de Staatschen zich in den Spaanschen oorlog meester van Ostende gemaakt hadden, het plattc land oin AARDENBURG veel van de bezetting, die in de gemelde stad lag. De opgezetenen werden er gedurig door gebrandschat, en de brandschat- tingen met zoo' veel geweld ingevorderd, dat de Aardenburgers, bene- vens andere Vlamingen, dcn Aartshertog ALBERTUS VAN OOSTENRIJK be- vogcn, om het beleg van Ostende te ondernemen. Gedurende die belegering, in het jaar 1604, viel AARDENBURG zonder slag of stoot in handen van de Staatschen, doordien zes vaatfdclen Duitschers, die er in bezetting lagen, op de aannaderingxran Prins MAumrs, in allerül op de Vlugt sloegen. •Dcze vorst deed de stad merkelijk versterken en voorzag haar van bezetting. Na het sluiten van den Junsterschen vrede, in 1648, liet men de vestingwerken echter weder vervallen en men nam zelfs voor, de sterkten geheel te slechten ; maar de provintie Zeeland begrijpende, dat, als A ARDENBUEG in 's vijands har.dcn kwam, niet alleen Sluis maar geheel Staats. Vlaanderen verloren zoude zijn, waardoor Zee- land voor alle vijandelijke aanvallen bloot zoude liggen, deed daartegen, zoodanigc ernstige vertogen ) dat die slooping als toen niet plaats had, hoe- vel het vervallene ook niet weder hersteld werd. In 1672 had de Gene- raliteit andermaal besloten (Ie vestingwerkcn van A ARDENBVI\G te