Pagina:Adama van Scheltema, Eerste oogst (1912).pdf/88

Deze pagina is proefgelezen
Want ons hart is grooter dan de ruimten hunner schepen.

dank!


Wij hebben niet genomen het vleesch en het bloed van Christus,
Want de Christenen hebben ons vleesch gegeten en onze tranen gedronken.

dank!


Wij zijn moeten afklimmen in de aarde om er goud te graven,
En daarom hebben wij de sterren aan den lichten hemel kunnen zien.

dank!


In de diepten hebben wij de ijzeren sleutels gevonden,
Die geroest waren in het bloed onzer vaderen.

dank!


De eeuw is voorbijgegaan, en haar schaduw is in ons gebleven
Als het oog van een karrepaard, dat sterft voor onze voeten.

dank!


De sneeuw is om onze schouders gevallen tot een zinnebeeld,
Want wij zijn de witte pilaren, waarop onze kinderen zullen bouwen.

dank!