Pagina:Adama van Scheltema, Eerste oogst (1912).pdf/91

Deze pagina is proefgelezen
Wat ik het mooist en moeilijkst vond,
Is: in den lichten ochtendstond
Met gulzigheid niet heel alleen
Over gebogen ruggen heen
Den milden morgen aan te zien —
Maar ook te hopen, dat misschien
Een hart zijn luiken openstoot, —
De wereld is zoo groot, zoo groot,
  De wereld is zoo wondermooi —
   Wees jij gelukkig kind!