Pagina:Adama van Scheltema, Uit stilte en strijd(1909).pdf/60

Deze pagina is proefgelezen
Soms zien wij de vore
Van een stralend pad —
Blinder dan te voren
Laat ons die verloren
Onbekende schat.

Door de stille sferen
Gaat een weg van licht,
Aller staag begeeren
Is daartoe te keeren —
Geen is goed gericht.

Tusschen tegenheden
Weifelt onze vlucht,
Want de lichte steden
Fonkelen beneden
Als de sterrenlucht.

Alle levensbanen
;Zien in haar heur beeld: —
Spiegel aller wanen,
Die met stomme tranen
Als met sterren speelt.

Mensche' en steden sterven,
Nijgen eens ten val —
Mensche' en sterren zwerven
Als verdwaalde scherven
Door het diep heelal.
— — — — — — — — —