Pagina:Adama van Scheltema, Zingende stemmen (1916).pdf/30

Deze pagina is proefgelezen
 

HET EEUWIG LIED

 

Ik lig en luister in de wei —
En boven mij de hemel,
De groote, blauwe, blonde lucht,
En boven mij een blonde vlieg,
Die zweeft — en zingt — en zoemt —
Weg! — en weerom!
En zingt en zoemt, —
En 'k luier-luister naar haar lied —
Beduidt het iet —?
Ik weet het niet.

Ik lig en luier in de wei —
En ginder zit een vogel,
En vogeltje van pie-pie-piet!
Ik hoor het, maar ik zie het niet —
En boven mij de hemel,
En in het blauwe lentelicht
Dat klein onnozel lentelied
Van pie-pie-piet — —
Beduidt het iet —?
Ik weet het niet.

24