Pagina:Adama van Scheltema, Zingende stemmen (1916).pdf/31

Deze pagina is proefgelezen


En 'k lig en luier in de wei —
En naast me op eens een krekel!
Kri-kri! — kri-kri!
Die zingt het mooiste van de drie —
En boven mij de hemel,
De groote, blauwe, blonde lucht,
Ja,ja — kri-kri! — kri-kri! — kri-kri!
Gelukkig beest! gelukkig lied!
Beduidt het iet —?
Ik weet het niet.

En boven mij de hemel
Met al zijn eindeloos verschiet,
Met al zijn eindelooze licht —
En boven mij de stille tijd,
En boven mij de eeuwigheid, —
En 'k luister, luister naar haar lied,
Haar eeuwig — eeuwig — eeuwig lied —
Beduidt het iet —?
Ik weet het niet —
Ik weet het niet!

25