Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/127

Deze pagina is gevalideerd

— 103 —

te sporen. En wat werd er gevonden? De gifthaak van den Crotalus, die den vader had getroffen, was afgebroken, en de punt daarvan was in het raadselachtige schoeisel blijven steken! Dat evenwel het slangengift langen tijd onveranderd zijne kracht behoudt, daarvan hebben vroeger fontana en mangili ons reeds overtuigd. Na 1 à 2 jaren in gedroogden toestand bewaard te zijn, waarbij het zich voordoet als Arabische gom, vertoonde het hun nog eene even doodelijke uitwerking op dieren. Het sterkste bewijs daarvoor,—eenig te noemen voor dierlijke stoffen, die anders zoo ligt scheikundig worden omgezet,—is geleverd door den Schotschen Hoogleeraar christison. Hij beproefde het gedroogde gift van eene brilslang, uit Engelsch Indien, dat stellig reeds 15 jaren oud was. Anderhalf grein daarvan, geïnoculeerd aan een konijn, bragt binnen een half uur, den dood te weeg, onder de gewone verschijnselen.

Men heeft gevraagd, "of slangengift ook werkzaam is, wanneer het in de maag wordt opgenomen?" Reeds galenus ontkende dit, en de dichter lucanus laat in zijne Pharsalia cato uitdrukkelijk verklaren, dat het vergif der slangen slechts dán schadelijk is, wanneer het met het bloed in aanraking komt, maar niet, wanneer het met drank vermengd gebruikt wordt. In Italië vooral is vroeger daarover een wetenschappelijke strijd gevoerd. De meeste proeven van redi, configliachi en anderen hebben op die vraag mede een ontkennend antwoord gegeven. Men gaf aan duiven, kraaijen en andere dieren het uit 10 tot 16 gewone adders verzamelde vergift in, zonder eenige de minste uitwerking. Een der studenten van mangili waagde het zelfs, om het vergif van 4 adders op ééns in te nemen, en ook hij bleef ongedeerd. Onze boerhaave schijnt zich insgelijks te hebben overtuigd van de onschadelijkheid van het addervergift, op dezen weg; althans in zijn werk de Antidotis, leest men daarover: "Integra uncia, per os ingesta, non nocet!"—d.i. "een geheel once, door den mond ingenomen, rigt geene schade aan!" Het blijft hier nogtans eene tweede vraag: of dezelfde ontkennende uitkomst, voor het inwendig gebruik van het gift der Europeesche adders verkregen, ook geldig is voor dat van alle tropische soorten? De proeven van hering, van Suriname, mogen hier tot