Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/143

Deze pagina is gevalideerd

— 119 —

water bij eene warmte van 212 graden fahr.: en, hetgeen hierbij opmerking verdient, eenmaal deze warmtegraad bereikt zijnde, neemt hij verder niet meer toe, al versterkt men ook het vuur. Ziedaar,—dit zij hier in het voorbijgaan aangestipt,—eene waarheid, die, goed begrepen en toegepast, in onze keukens veel brandstof zoude doen besparen. Immers niets is gewoner, dan dat men, om het gaar worden der spijzen te bespoedigen, het vuur nog versterkt, zelfs als het water, dat de spijzen bevochtigt, reeds kookt. En toch blijkt uit het bovenstaande, dat de daartoe gebezigde brandstof volstrekt onnut verspild is, want de warmte, die zij ontwikkelt, versnelt de verdamping wel, maar maakt het water niet heeter, en kan dus het gaar worden der spijzen niet in het minst bespoedigen.

Naarmate men nu hooger stijgt, daalt het kookpunt, dat is: het water kan reeds bij eenen lageren warmtegraad geheel in damp overgaan, gelijk uit de volgende voorbeelden blijkt, alle van plaatsen, die bewoond worden:

Hoogte der plaats boven
het oppervlak der zee
Gemiddelde
hoogte van den
barometer
 
Kookpunt
van het water.
In
Ned. Ellen
In
Rijnl. voeten
in
Ned.strepen.
Milaan 128 408 748 211° F
Génève 372 1184 725 210°
Madrid 608 1936 704 208°
Dorp Barèges (Pyrenéën) 1269 4042 648 204°
Klooster op den St. Gothard. 2075 6609 586 199°
Stad Cuença (Provincie Quito) 2633 8386 546 196°
Quito 2908 9265 527 194°
Micuípampa (Peru) 3618 11523 483 190°
Landhoeve van Antisana 4101 13062 454 187°

Het zal thans, vertrouwen wij, duidelijk zijn, dat toen darwin zich op eene hoogte van 11,000 Eng. voeten (3355 Ned. ellen) bevond, het water, waarin zijne gidsen aardappelen kookten, niet warmer kon worden dan omstreeks 192°, dus 20° minder warm dan het kokend water hier te lande is.

Evenwel kan die geringere warmte niet de eenige oorzaak zijn, waarom de aardappelen niet gaar werden; want, had hij in hetzelfde