Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/332

Deze pagina is gevalideerd

— 308 —

rijkdoms was, en vesta, de dochter van saturnus, die het vuur beteekent, het zinnebeeld is van de levenswarmte, die alles doet gedijen en leven, wat uit den vruchtbaren schoot der aarde ontspruit?

Wij hebben ons deze laatste uitweiding over de oude fabelleer veroorloofd, omdat dit symbool van groei en vruchtbaarheid met dat van de Egyptische godsdienstleer eenigermate overeenkomt, misschien wel zamenhangt. De koornplanten en de maankop, door de Grieken aan demeter gewijd, vindt men in de symbolische voorstellingen van Egypte terug, als de begrippen van schepping, wording, vruchtbaarheid; en men treft ze in diezelfde mate aan in de godsdienstleer van Indië, China en Japan, en inzonderheid in dusgenaamde Lotus-planten, vroeger almede Waterleliën en Waterrozen genoemd.



HOMERISCHE OF LYBISCHE LOTUS.

Wij zouden uit de historie van den Lotus der Ouden eenen schakel missen, indien wij hier voorbijgingen den dusgenaamden Lybischen of Homerischen Lotus, die wel niet tot de Waterleliën behoort, maar waarvan wij hier toch moeten gewagen, omdat zonder dezen onze mededeeling geen geheel overzigt van de geschiedenis van de Lotusplanten zou geven. Wij laten dit gedeelte liefst vooraf gaan, om daarna deze mededeeling te sluiten met de vermelding van den Lotus van Indië, dien van het Buddhisme.

Het Homerische heldendicht, de Odyssea, behandelt de terugreis van odysseus (ulysses) na Trojes verovering, naar Ithaka, een klein onvruchtbaar eilandje, maar als zijn vaderland hem boven alles dierbaar. Door den wind afgedreven naar de Ciconiërs bij Ismarus, later door een geweldigen storm overvallen, die hem belette met zijne togtgenooten Malea om te zeilen, dreef hij af naar Cythera. Na negen dagen te hebben gezworven, bereikte men op den tienden de Lotophagen. Onze landgenoot, de Heer van 's gravenweert, heeft het hiertoe betrekkelijke gedeelte van het IXde boek der Odyssea aldus overgebragt: