Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/333

Deze pagina is gevalideerd

— 309 —

"Nu hadde ik, ongekrenkt, mijn vaderland begroet,
Toen bij Maleaas punt en noordewind en vloed
Ons weêr terugdreef van Cythéraas vruchtbre kusten.
'k Zag negen dagen lang den tegenwind niet rusten,
En bleef verdoold op zee; men was door leed vermand,
Wanneer den tienden dag der Lotofàgen strand,
Waar 't volk van bloemen leeft, verpoozing gaf van 't dwalen.
Hier stapten wij aan wal en ging men water halen,
En heel de schaar kwam zich ontnuchtren aan de kust.
Na drank- en spijsgenot beving me een vreemde lust
Om, door gezanten, naar den naam des volks te vragen,
Dat hier gezeteld was. Die last werd opgedragen
Aan twee der oorlogsliên, van één heraut verzeld.
Zij togen zonder vrees naar 't Lotofàgenveld,
En vonden wel geen dood, maar 't voorschrift werd vergeten.
Men gaf hun Lótos: hij, die van de vrucht dorst eten,
Verloor 't geheugen van zijn ambt en van zijn land,
En wilde niets, dan slechts vertoeven op dat strand.
Ik deed hen met geweld door krijgsvolk tot mij slepen,
En weenend kluistren aan de roeibank van mijn schepen,
Terwijl ik d'andren, als hun opperhoofd, gebood,
Zich met den grootsten spoed te wenden naar de vloot,
Opdat geen Lotos hen belem'ren zou in 't keeren.
Men zweeg en schikte zich gedweê naar mijn begeeren. [1]

In dit verhaal is sprake van eene vrucht, die de togtgenooten van ulysses ambt en land deed vergeten. Eene zonderlinge eigenschap voorwaar! Welke plant toch mag het wezen, die zulk eene allerzonderlingste uitwerking op den mensch te weeg brengt, en hem doet leven in zorgeloos genot, zonder te denken aan wat hem lief is in het vaderland, naar 't welk hij zelf niet meer denkt terug te keeren? Was het de druif? Maar neen, want homerus kende dien niet alleen, maar hij is zelfs een groot lofredenaar van den wijn. Het was de Lotus; echter niet die van Egypte, maar van het land der Lotophagen. Men plagt dien voor denzelfden te houden als dien van Egypte, maar verkeerdelijk. De wetenschap heeft dit, op goede gronden, anders aangetoond.


  1. De Odyssea van homerus, naar 't Grieksch, in Nederduitsche verzen gevolgd, door Mr. jan van 's gravenweert, IX boek pg. 9.