— 11 —
weefsels, waarop zij ontstaan. Het zijn de Rafflesiën en Brugmansiën, die slechts enkel groote bloemen schijnen te zijn, zonder stengel en zonder bladeren. Tot hen behoort de reuzenbloem, welke 9 voeten in omtrek bereikt.
Zoo majestueus de aanblik van zulk een oorspronkelijk woud is, zoo vreesselijk grootsch vertoont het zich echter, wanneer het in strijd is met de wilde elementen, met een orkaan, die in die streken in woede verre onze hevigste stormen te boven gaat. Wij willen liefst aannemen, dat wij op onzen togt daarvan verschoond blijven en bij voorkeur hooren wat een ooggetuige ons daarvan mededeelt. "Het verblijf" zegt hij, "in een oorspronkelijk woud gedurende eenen hevigen orkaan, is vreesselijker dan op zee te zijn gedurende het woeden eens storms. Wanneer de orkaan de kroonen dier reusachtige boomen aangrijpt, en de takken en stammen tegen elkander schudt, dan wordt de lucht vervuld met een schrikkelijk gefluit, gehuil, gedruisch en gekraak. De stevige slingerplanten worden verscheurd, en takken en geheele stammen storten op den grond. De boomen schudden hunne groote, meest van harde schalen omgeven vruchten af, die onder een geweldig kraken nedervallen. De regen, aanvankelijk teruggehouden door het digte loof, stort naderhand, wanneer de kroonen vaneen gereten zijn, in des te grootere massa's neder, en verhoogt nog het ijsselijke van het tooneel door het doen zwellen der bergstroomen, die eene overstrooming dreigen. Schier alle bewoners van het woud geven hunne onrust en schrik door een akelig gehuil en geschreeuw te kennen. De apen, de groote vledermuizen, het geheele heer der vogelen schreeuwt luide door elkander; het als pauken klinkende gekwaak der loof-