— 360 —
somnambule laten bedriegen. Daarvan kent men een aantal voorbeelden. Het bedrog, door somnambules gepleegd, is ook niet altijd het gevolg van winstbejag of andere bepaald slechte oogmerken. Bij menige zeer gevoelige, zenuwachtige vrouw of meisje spruit het voort uit eene sterke zucht om zich belangwekkend voor te doen, soms uit eene onwederstaanbare neiging tot fopperij. Er zijn voorbeelden bekend, waar zulke somnambules eerst na jaren aan haren bewerker het aan hem gepleegde bedrog ontdekten, wanneer zij daarover eenige gewetensknagingen begonnen te gevoelen.
Ten slotte nog een woord voor hen, die vreezen van het geloof aan de wonderen van het mesmerisme afstand te doen, omdat zij in het zoogenaamde los worden van den band tusschen ziel en ligchaam bij den hoogsten trap van clairvoyance, en in de openbaringen der somnambules aangaande de geestenwereld, eenen steun voor hun geloof aan de zelfstandigheid der ziel en aan haar persoonlijk voortbestaan na den dood des ligchaams meenen te vinden. Die vrees is ongegrond. Zóó ver is het nog niet gekomen, dat dat geloof behoefte zou hebben aan zulk eenen steun, als eene somnambule verleenen kan, of aan zulke verdedigers, als de magnetiseurs zijn. Er bestaan daarvoor gelukkig andere en betere gronden. En nog behoeft men geene vrees te koesteren voor de aanvallen van het materialisme, dat voor deszelfs gegrondheid nog geen enkel bewijs geleverd heeft, en welks stellingen, voor zoo ver zij voor waar, en voor geene bloote hypothesen gehouden moeten worden, van zulk een algemeenen aard zijn, dat men ze gerustelijk aannemen kan, zonder dat het leerstuk van het bestaan eener zelfstandige ziel ook in het minst daardoor in de waagschaal gesteld wordt.