Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/39

Deze pagina is gevalideerd

— 15 —

De meeste bezitten eenen slanken, als eene zuil regtstandig opwaarts strevenden stam, die zich nergens in takken verdeelt, maar alleen aan den top eene kroon van bladeren bezit. Sommige dier palmstammen bereiken eene verbazende lengte. Von humboldt zag waspalmen van honderd en tachtig voeten hoogte. Men kan zich voorstellen, hoe verheven de indruk moet zijn, welken een bosch van zulke palmen maakt, waar men als in zuilengangen wandelt, die door een loofdak overdekt zijn. Deze hoogte wordt echter nog verre overtroffen door de lengte der stengels van sommige soorten, die zich als slingerplanten aan andere hechten, en waaronder het geene zeldzaamheid is er aan te treffen van 4 tot 600 voeten lengte, dat is meer dan de lengte van het langste kabeltouw.

De kroon der palmen bestaat uit bladeren van verschillende rigting en gedaante, gewoonlijk zeer afwijkende van die bij onze boomen en heesters. Bij zeer velen hebben zij de gedaante van een waaijer. Somtijds zijn zij zeer groot. Zoo hebben die van den kokospalm eene lengte van twaalf tot vijftien voet; die eener andere soort worden zelfs twintig voeten lang en zes voeten breed. Eenige weinige van zulke bladeren zijn voldoende om het dak van een geheel huis te bekleeden.

De bloemen der palmen zijn onaanzienlijk, doch haar aantal bij sommige soorten verbazend groot. In eenen enkelen bloeikolf zouden 207000 afzonderlijke bloemen geteld zijn.

Wij hebben thans eenige blikken geworpen op sommige hoofdtrekken van den plantengroei der keerkringen. Wij hebben ons inzonderheid daar opgehouden, waar de nijvere maar vernielende hand des menschen nog geene verandering had te weeg gebragt in de natuur, zoo als zij uit de hand des Scheppers was voortgekomen. Zal ik u nog verder rondleiden? Zal ik voor u dien plantengroei ook nog van eene andere zijde schetsen, namelijk van de zijde zijner nuttigheid voor den mensch? Ik zoude van de welwillendheid mijner lezers te veel vergen door hen uit te noodigen mij thans op een zoo uitgebreid veld te volgen.

Eenige weinige trekken mogen derhalve voldoende zijn, om hier het tafereel te voltooijen. Begeven wij ons dan naar eene landstreek