De lezer vergeve mij het hem welligt vreemde woord, dat aan het hoofd van dit opstel staat. Ik vrees, dat hij zich vergeefsche moeite zoude geven, indien hij het in één onzer woordenboeken wilde opzoeken. Doch nieuwe zaken vorderen nieuwe namen, en hetgeen ik hier wensch mede te deelen, is inderdaad iets nieuws. Het betreft namelijk de kunstmatige, op aan de natuur ontleende regelen steunende vermenigvuldiging der visschen en vischsoorten, die in de zoete wateren leven; en, even als men nu gewoon is de volgens de regelen der landhuishoudkunde bewerkte vermenigvuldiging van het vee veefokkerij te noemen, zoo meen ik ook vrijheid te hebben om de kunstmatige vermenigvuldiging van visschen, die toch de dichters wel eens met den naam van het geschubde vee (squamosum pecus) bestempeld hebben, vischfokkerij te heeten. Ik weet althans geen beter woord ter vertolking van het fransche pisciculture, dat sedert een paar jaren zijne intrede in die taal heeft gedaan, en niet alleen reeds het burgerregt heeft verkregen, maar waarop ook de officiële stempel is gedrukt. Want er bestaat in Frankrijk thans eene door den minister van landbouw en koophandel benoemde commission de pisciculture, waaraan de zorg is opgedragen, om de aanvankelijk met een uitmuntend gevolg in het werk gestelde proefnemingen tot vermenigvuldiging van het aantal der zoetwatervisschen voort te zetten, te besturen en uit te breiden.
Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/398
Deze pagina is gevalideerd