— 388 —
goede afleider het gebouw, waarop hij geplaatst is, zoo volkomen tegen alle gevaar van door den bliksem beschadigd te worden? Het doet mij leed, dat ik, hierop een volkomen bevestigend antwoord gevende, en dus bewerende, dat waarlijk een goede, goed geplaatste en goed onderhouden afleider een volkomen waarborg tegen beschadiging door den bliksem oplevert, mijne lezers verzoeken moet mij in dezen te gelooven op mijn woord. Bewijzen aan te voeren voor deze stelling, zou onnoodig zijn voor dengenen, die met de leer der electriciteit vertrouwd is; ondoenlijk daarentegen is het, die bewijsvoering duidelijk en dus overtuigend te doen zijn voor hen, die met het genoemde deel der algemeene natuurleer niet, althans slechts oppervlakkig, bekend zijn. Maar het is niet mijne meening, mijne overtuiging alleen, die ik hier uitspreek; ware dit het geval, ik zou er zoo stellig niet voor uit durven komen zonder eene poging tot bewijs. Van franklin en de romas af, die de afleiders uitvonden, tot op den tegenwoordigen tijd, is mij geen enkele natuurkundige van eenigen naam bekend, die de bovenstaande bewering in ernst betwist heeft. En in Amerika, waar de onweders veel heviger zijn en veel meer voorkomen, dan in Europa, en waar de afleiders algemeen in gebruik zijn, heeft men, gedurende meer dan eene halve eeuw, onder de honderden huizen die daar door den bliksem getroffen zijn, slechts twee malen een huis, dat van eenen afleider voorzien was, daardoor eenigermate zien beschadigen. Ik voel mij te meer genoopt dit laatste hier aan te voeren, omdat voor eenige weken een ongenoemde in de omstandigheid, dat eene van een' afleider voorziene bouwhoeve in de provincie Groningen door den bliksem beschadigd was geworden, aanleiding gevonden heeft om in een dagblad te beweren, dat een afleider wel in staat zoude zijn om het zoogenaamde inslaan van den bliksem te voorkomen, maar dat hij geenen waarborg kon opleveren tegen beschadiging of brand, daar niettegenstaande den afleider het inslaan toch gebeurde. Ik neem de vrijheid deze bewering ten stelligste tegen te spreken. Als de afleider op bovengenoemde hoeve in goeden staat ware geweest, dan zou de bliksem misschien wel ingeslagen zijn, maar zeker geene schade hebben aangerigt.