Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/421

Deze pagina is gevalideerd

— 5 —


NOTORNIS MANTELLII.

Wij zeiden daar, dat van deze vogelsoort, waarvan tot nog toe slechts eene enkele huid naar Europa kwam, vroeger beenstukken bekend waren geworden; dit brengt ons tot de vermelding van nog merkwaardiger ontdekkingen op Nieuw-Zeeland. Wij bedoelen de beenderen van reusachtige vogels, die men daar in de laatste dertien jaren in vrij groote menigte aangetroffen heeft, en die tot verschillende soorten behoord hebben, die mede alle zonder vleugels zijn geweest en waarschijnlijk zijn uitgestorven. Het eerste beenstuk van dien aard werd in 1839 door owen beschreven. Owen erkende er een stuk van het dijebeen van een grooten vogel in, waaraan de beide uiteinden ontbraken. Het had nagenoeg een tweemaal grooter omtrek, dan het menschelijk dijebeen aanbiedt; op het smalste gedeelte had het 5½ duim in omvang. De lengte van het


    Nieuw-Zeeland gevonden, waaruit men het geslacht Brachypteryx gevormd heeft, een naam reeds door horsfield aan een ander vogelgeslacht gegeven.