Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/428

Deze pagina is gevalideerd

— 12 —

groote vogels, die op hun eiland leefden, van eenen reusachtigen arend Movie genaamd, en van een zeker monsterachtig dier, 't geen zij Moa noemen en beweren nog te bestaan. Het zoude op een reusachtig hoen gelijken, maar tevens een menschelijk aangezigt hebben, en zich in een hol, aan de steile helling van eenen berg ophouden. Twee groote hagedissen, Tuatara's, zouden het dier vergezellen en gedurende zijnen slaap de wacht houden. Men verhaalt, dat twee Noord-Amerikanen, die bij Cloudy-Bay woonden, door een inboorling geleid, op de bergen in de nabijheid van die baai den vogel levend zouden gezien hebben, maar zoo ontsteld waren door zijne grootte, dat zij er niet op konden schieten, hoezeer zij met dat oogmerk er op waren uitgegaan. Na hem een uur lang bespied te hebben, waren zij wel voldaan van er ongedeerd af te komen en verwijderden zij zich. Zij beschreven het dier als 14 of 16 voet hoog.[1] Het is niet ver gezocht, als men daarbij aan den vogel Rock of Rhok uit de "Duizend en eene Nacht" denkt. Coïton zegt, dat hij niet verwonderd zou zijn, zoo de zoologische Sociëteit, na dit verhaal, het besluit nam van een leger af te zenden om het monster levend te vangen.[2]

Leeft de Moa indedaad nog op Nieuw-Zeeland? of is het, al slaat men geen acht op de fabelachtige verhalen der inwoners, die geen van allen het dier ooit gezien hebben, waarschijnlijk, dat eene of meer der door owen onderscheiden soorten van Dinornis nog thans op Nieuw-Zeeland worden aangetroffen? Op zich zelf is dit niet onmogelijk; waarschijnlijk is het echter niet. Het is niet onmogelijk; want de plaatsen en gronden, waarin deze beenderen ontdekt waren,—beddingen van rivieren, turfgronden enz.,—geven ons geene aanleiding om aan eenen ouderen oorsprong te denken, dan in de tegenwoordige geologische periode, welke met het bestaan van den mensch aanvangt. Het is verder niet in strijd met den toestand der beenderen zelve, die slechts in geringe mate

  1. W. colenso, Account of some enormous fossil bones etc. Annals and Magazine of natural History. Vol. XIV. 1844, p. 81–92.
  2. Proceedings of the zool. soc. Part XI, p. 2.