— 109 —
Bepalen wij in de derde plaats onze aandacht bij de gedaante der banen, welke deze kleine planeten rondom de zon beschrijven.
De banen, langs welke de planeten zich rondom de zon bewegen, wijken alle eenigermate van den cirkelvorm af, en beschrijven zoogenaamde ellipsen of langronden. De vorm dezer ellipsen wordt bepaald door de beide middellijnen, de groote en de kleine as van de ellips genoemd. Het verschil tusschen de groote en kleine as noemt men de excentriciteit of uitmiddelpuntigheid. Hoe geringer het bedrag der uitmiddelpuntigheid is, des te minder wijkt de ellips van den cirkelvorm af.
De uitmiddelpuntigheid nu is bij de grootere planetenligchamen slechts zeer gering. Zij bedraagt bij onze aarde slechts 0,017 van de groote as, bij Mars 0,093 en bij Jupiter 0,048. Bij Mercurius alleen klimt de excentriciteit tot 0,206.
Over 't algemeen is de excentriciteit bij de kleine planeten veel aanzienlijker dan bij de andere. Slechts bij drie is zij kleiner dan bij Mars. Bij zes is zij grooter dan bij Mercurius, bij Juno klimt zij tot het aanzienlijk bedrag van 0,256 en bij de eerst voor korten tijd ontdekte Lutetia bereikt zij, naar het schijnt, zelfs de ongewone hoogte van 0,340. De uitmiddelpuntigheid van sommige asteroïden nadert dus zelfs eenigermate tot die der kometen. Bij de komeet van faije toch bedraagt de uitmiddelpuntigheid slechts 0,555.
Men mag dus eene grootere uitmiddelpuntigheid der loopbanen, dan zulks bij de andere planeten plaats heeft, in 't algemeen als eene eigenschap dezer kleine planeten beschouwen. [1]
Wij moeten ten vierde nog melding maken van de helling der
- ↑ Wij laten hier in eene tabel de kleine planeten naar de rangorde harer uitmiddelpuntigheid volgen, uitgedrukt in decimalen van de halve groote as.
De afstanden zijn in deze tabel berekend naar de nieuwste bepaling van encke, waarbij de gemiddelde afstand der aarde van de zon op 20,682,329 G.M. wordt berekend. De omloopstijden zijn uitgedrukt in juliaansche jaren van 365¼ dagen. Tot vergelijking hebben wij behalve onze aarde de beide planeten er bijgevoegd, tusschen welke de groep der asteroïden geplaatst is.