— 31 —
dezelfde, toch zeer veel geleken op diegene, welke thans met ons op deze aarde leven;—maar—zij waren allen veel grooter, en hunne overblijfselen, die men in de palæontologische verzamelingen bewaard vindt, wekken door hunne reusachtige evenredigheden vaak de verbazing des beschouwers.—De reuzen der thans bestaande schepping houden zich voor verreweg het grootste gedeelte (wanneer men de in zee levende dieren uitzondert) in de keerkringsgewesten en aan de keerkringen grenzende landen op; daar vindt men de olifanten, de rhinocerossen, de giraffen, met welke geene verwante soorten in de koudere gedeelten der aarde worden aangetroffen; daar leven de leeuw, de tijger en de panther, die in de noordelijk gelegene landen slechts door de kat en den losch vertegenwoordigd worden; daar treft men de groote hagedisachtige dieren aan, onder den naam van krokodillen, gavials en kaimans bekend. Gedurende de vroegere tijdperken der aarde daarentegen vond men zoowel op noordelijke breedten (welke toen, om dit in 't voorbijgaan te zeggen, een veel warmer klimaat bezaten, dan heden ten dage), als meer in de nabijheid van den evenaar, dieren van kolossale grootte; bekend is het b.v., dat men overblijfselen van ontzettend groote olifanten in het noorden van Siberië heeft opgegraven.—Zoo leefde dan ook eenmaal eene reusachtige soort van watersalamander (want met deze heeft het te Oeningen gevonden dier de meeste verwantschap), in de zoete wateren van althans sommige gedeelten van Midden-Europa.
Ofschoon nu dáár in den tegenwoordigen tijd slechts de vroeger vermelde kleine Europeesche watersalamander leeft, zoo bestaat er echter nog ten minste ééne salamandersoort, die in grootte met den uitgestorvenen reus mag vergeleken worden.—Men heeft namelijk in de laatste tijden in bergmeren op de Japansche eilanden levende watersalamanders van reusachtige grootte ontdekt, die, naar alle waarschijnlijkheid, verwant zijn met den uitgestorvenen Europeeschen van Oeningen. Eene niet onbelangrijke bijzonderheid is het, dat, terwijl de eerst gevondene fossile reuzensalamander thans in Holland, en wel, zooals vermeld is, te Haarlem, bewaard wordt, zoo ook de eerste, en, voor zoo ver ik weet, de