— 235 —
ingravingen in den grond (fig. 1), waardoor men op de diepte komt, waar men het mijnwerk wil beginnen. Zij hebben zeer verschillende vormen en afmetingen, welke afhangen van het doel waarvoor zij bestemd zijn, en van de bouwstoffen waarmede zij bekleed worden. Indien die bekleeding hout is, zijn zij veelal vierkant of regthoekig, de kleinste van 11⁄2 el zijde, maar meestal grooter en ook wel in twee of meer vakken verdeeld, voor het ophalen der erts, het nederlaten der ledige bakken, het oppompen van water, het ververschen der lucht, enz. De bekleeding dient om het instorten van den grond, waarin de put gemaakt is, te verhinderen; zij bestaat uit loodregt geplaatste planken, steunende tegen de buitenzijden van regthoekige waterpasse ramen, welke digter of verder van elkander geplaatst zijn, al naar dat de grond min of meer zamenhangend is. In zeer losse gronden worden de ramen op elkander geplaatst en heeft men geene planken-bekleeding.
Indien de grond los is of veel water geeft, vordert het maken der putten veel zorg en moeite, kunde en ondervinding; in het laatste geval moet de put waterdigt gemaakt worden; de wateraandrang kan echter zoo groot zijn, dat men haar niet kan maken; op andere plaatsen is men genoodzaakt geweest de meest krachtige werktuigen te bezigen, om het water meester te worden; zoo heeft men bij het maken van een put bij Anzin daartoe een stoomwerktuig van 160 paardenkracht moeten gebruiken; indien de put daar niet goed waterdigt was gemaakt geworden, zou de ontginning der mijn onmogelijk zijn geweest.
In Engeland maakt men de bekleeding der putten wel eens van gegoten ijzer; de put is dan cirkelvormig en de bekleeding bestaat uit 6 of meer ellen hooge stukken met randen, waarmede de stukken op en tegen elkander komen; de loodregte voegen worden goed digtgestopt, de waterpasse voegen worden digt door den zwaren last, welke daarop rust.
De mijnputten worden ook wel gemetseld; dit is vooral daar te verkiezen, waar de ontginning van eenigen duur zal zijn, of de wateraandrang sterk is. Het metselwerk wordt gemaakt òf nadat de put door timmerwerk eerst op de diepte is gebragt, en alzoo van