Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/660

Deze pagina is gevalideerd

— 240 —

bergen. Indien de laag of gang de helling van den berg volgt (fig. 3), doch steiler dan deze is, kan men in het dal boven het hoogste water eene galerij tot aan het mineraal maken, en daarna uit die galerij de hooger gelegen gedeelten bewerken; door deze galerij wordt het mijnwater gemakkelijk afgeleid en het vervoer van het mineraal minder kostbaar. Somtijds echter zou men door deze het mineraal op eene te geringe diepte bereiken, of de galerij te lang worden; men maakt dan eenen put tot aan het mineraal. Indien de laag of gang eene tegenovergestelde rigting heeft dan de helling van den berg (fig. 3), of diep onder den grond gelegen is, moet men door eenen put en dwarsgalerijen tot het mineraal komen.

Dwarsgangen
Fig. 4. bewerking door dwarsgangen.

Nadat men op de eene of andere wijze de laag of den gang bereikt heeft, maakt men daarin eene hoofdgalerij, die alle buigingen van den gang volgt (fig. 4), welke vervolgens door galerijen en dwarsgalerijen of putten in verschillende vakken wordt afgedeeld, welke daarna op eene van de later te beschrijven wijzen worden bewerkt; deze voorbereidende werkzaamheden moeten zoo geregeld worden, dat het mijnwater later naar die punten kan afloopen, vanwaar het opgepompt zal worden.

Bij het bewerken van ertsgangen laat men die gedeelten staan, welke weinig erts bevatten, en scheidt veelal in de mijn de erts van het daarmede vermengde ganggesteente.

De erts nu wordt uit de vakken verkregen op verschillende wijzen, welke afhangen van de dikte en helling der laag, of het nevengesteente veel of weinig zamenhang heeft, en of de erts met veel of weinig ganggesteente vermengd is.