— 241 —
Wanneer de laag minder dan 3 ellen dik is, wordt zij met regte of omgekeerde trappen uitgewerkt. Met regte trappen (fig. 5) werkt men naar beneden; het ganggesteente wordt op achter de trappen gemaakte en in het nevengesteente bevestigde zolderingen geworpen. Met omgekeerde trappen (fig. 1) werkt men naar boven; onder in de galerij wordt eene stevige houten galerij gemaakt, waarop de losgemaakte stukken steen geworpen en de erts van het ganggesteente gescheiden wordt; de mijnwerkers staan daarbij op kleine steigers of op de galerij.
Op deze laatste wijze wordt in de Manspeldsche koper-schiefer-groeven gewerkt; de ertsader is daar slechts van 30 tot 50 duim dik; de mijnwerker maakt eerst boven den vloer eene kloof en werkt daarna de daarboven gelegen erts naar beneden; daar deze ader zoo weinig dikte heeft, moet de mijnwerker in eene zeer moeijelijke