— 258 —
waterpasse galerij loopt, en aan een touw trekt, waaraan de wagens bevestigd zijn. In sommige Zweedsche, Belgische en Duitsche mijnen vindt men dan ook paarden, die zelden het daglicht aanschouwen. In sommige Engelsche mijnen worden de ijzeren wegen even als boven den grond aangelegd, en daarover wagens van de grootste soort vervoerd.
In opene groeven wordt het mineraal in karren of wagens over wegen naar buiten gebragt, doch bij diepe groeven door werktuigen opgetrokken.
Nadat het mineraal in de mijn op de eene of andere wijze onder aan den put is gebragt, wordt het gewoonlijk in bakken of tonnen door middel van eenen kabel of ketting opgeheschen.
Fig. 8.het optrekken der mineralen.
De grootte der tonnen is afhankelijk van de kracht van het werktuig hetwelk den kabel in beweging brengt; is het een stoomwerktuig, dan heeft men tonnen van 500 tot 800 pond zwaarte, waarvan er 2 of 3 te gelijker tijd opgetrokken worden; wordt het werktuig door menschen of paarden bewogen, dan kunnen de tonnen slechts eenen last van 200 tot 400 pond bevatten.
De kabels zijn van hennep of ijzerdraad, de kettingen van ijzer; de eerste worden spoedig slecht; de ijzeren kettingen zijn, wel is waar, sterker en duurzamer, doch ook zwaarder, krijgen bij een langdurig gebruik vele breuken, en worden dan gevaarlijk. Het is uit dien hoofde, dat aan de kabels van ijzerdraad veelal de voorkeur gegeven wordt.