Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/753

Deze pagina is gevalideerd

— 333 —

tengroei! Zelfs, wanneer de boom nog niet geheel dood is, vangen de genoemde dieren het werk der ontbinding reeds aan, en zoo ook de planten. Het is reeds een teeken van ziekelijkheid bij eenen boom, als hij veel met mos bedekt is. Het is een zeker teeken van aannaderenden dood, als er zich op eenig deel zwammetjes beginnen te ontwikkelen. Het werk der ontbinding vangt reeds bij het leven aan, om den grond te leggen voor een nieuw, jeugdig en krachtiger leven.

Zie 't leven en de dood in beurtverwissling hangen.
Als bobbels opgezet op 's warelds oceaan,
Die, barstend, telkens weêr tot water overgaan.


De plant voedt zich uit de lucht, den grond en uit overblijfselen van andere planten en dieren; de dieren voeden zich van de planten; de overblijfselen van de dieren en hunne uitwerpselen dienen weder tot voedsel voor de planten. De zuurstof, die de groene deelen der planten onder invloed van het zonlicht uitwasemen, is heilzaam voor de ademhaling van het dier; het koolstofzuur, dat het dier uitademt, dat bij menigerlei verbranding en verrotting ontstaat, dat voor de ademhaling des diers schadelijk is en tot zuivering van het bloed uit zijn ligchaam wordt uitgeworpen, wordt opgenomen door de plant en is voor deze een nuttig voedsel. Rottende, stinkende, voor de gezondheid van mensch en dier schadelijke stoffen, bedorven water b.v., worden door de planten opgenomen, die daarvan het grootste gedeelte behouden, alleenlijk het volkomen zuiver water en de zuurstof weder uitwasemen en zoo, gelijk wij hierboven opmerkten, tot zuivering van den dampkring krachtdadig medewerken.

Zoo loopt alles in eenen kring rond en, door de Opperste Magt geleid, blijft alles in behoorlijk evenwigt. Planten en dieren bloeijen en vermenigvuldigen zich, thans even als in des aardrijks jeugd, in onderlinge tegenstelling, doch in overeenstemming tot één harmonisch geheel. Niet alleen in de doode, maar ook in de levende wereld wordt het evenwigt bewaard!

In algemeene, zoowel als in bijzondere zaken, zien wij denzelfden regel bevestigd. De vermeerdering van planten en van dieren staat in