— 362 —
keizer; en destijds werd het papier van de tweede kwaliteit bestempeld met den naam van livia, des Keizers echtgenoote. Vervolgens kwamen in aanmerking het papier van het amphitheater, het saitisch, het leucotisch; men verkocht het bij het gewigt (boot.). De strooken van deelen, die meer nabij waren aan de uitwendige laag van den stengel, gebruikte men tot biezen, om koopwaren of ook om de papyrus-rollen zamen te binden. Het laat zich verstaan, dat men niet dan versche stengen van den papyrus tot de papierfabriekage bezigde; want niet versche, naar elders overgebragte stengels moesten geel worden, of op andere wijze bederven, en tot het gebruik ongeschikt worden.
Egypte was het land, vanwaar de andere oude volken hun papier bekwamen. Het werd in den Romeinschen staat in groote hoeveelheid ingevoerd, en het was de stof, waarop men bijna uitsluitend schreef. Intusschen schijnt het, dat er nu en dan inderdaad vrees voor gebrek aan papier schijnt te hebben bestaan. Onder de regering van tiberius werd dit gebrek zóó groot, dat de senaat het van zijnen pligt rekende om op den verkoop bepalingen te maken, en waartoe door denzelven commissarissen werden benoemd. Het schijnt dat er bij de Romeinen geen inkomend regt op het papier bestond. Uit eene plaats van een pleidooi van cicero voor zekeren rabirius posthumus, is dit op te maken. Dezen werd ten laste gelegd, dat hij in de haven van Puteoli (Pozzuoli) eenige schepen had ingebragt met kostbare voorwerpen uit Egypte bevracht, en om het regt te ontduiken, aan de toleambten had gedeclareerd dat zij geladen waren, onder anderen, met papier. Aurelianus legde er eene belasting op, misschien wel om den overmoed van den meer gemelden firmus te fnuiken; doch het papier werd daarvan door theodoricus weder ontheven.
Het papier werd te Rome aan eene nieuwe behandeling onderworpen. De papierfabriekanten sorteerden het, wisten het glad te maken, en vormden het tot rollen (volumina). Men wist zelfs in de fabriek van een' zekeren fannius, door middel van een zeer vernuftig daartoe uitgedacht werktuig, het amphitheater-papier fijner en beter te maken dan alle de andere soorten. Keizer claudius