Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/122

Deze pagina is gevalideerd

— 108 —

hoofdpunten met deze beschrijving overeen, en bewijzen dat zij in geenen deele overdreven is. De heeren fuller, en kinney,[1] die op den 4den Maart, derhalve zes dagen later, den krater bezochten, toen de uitbarsting nog met onverminderde hevigheid voortduurde, begrootten, op grond van waarnemingen en berekeningen, de hoogte der vurige fontein van vloeibare lava op 200 tot 800 voeten, zelden verminderende tot 300 voeten, terwijl haar middellijn 100 tot 300, enkele malen zelfs 400 voeten bedroeg. De geheele hoeveelheid lava, die op eens in de lucht werd geworpen, schatten zij op 200,000 tot 500,000 tonnen. De lengte van den lavastroom bedroeg dertig tot veertig mijlen, zijne breedte een vierde tot twee mijlen, terwijl hij op sommige plaatsen 200 tot 300 voet dik was.

Gelukkig bereikte hij Hilo niet, maar hield op te vloeijen, toen hij tot op tien mijlen of bijna drie uren gaans de stad genaderd was. Den 9den Maart kwam de berg weder tot rust en eindigde het prachtige natuurverschijnsel, dat de bewoners twintig dagen lang met angstige bewondering vervuld had.

 

 
  1. American Journal, 1852. pag. 257 en 259.