— 121 —
noodlottig voor den weldra gewurgden jager. De Gorilla gebruikt daarbij meer zijne handen dan zijn gebit tot wapen.
Het dooden van eenen Gorilla wordt voor eene daad van groote behendigheid en moed gehouden. Het verschaft den dader groote eer. Een slaaf der Mpongweers had na de jagt op eenen Elephant, welken hij gedood had, het geluk eerst eenen mannelijken, daarna eene vrouwelijke Gorilla te schieten. Deze daad, waarvan men geen tweede voorbeeld kende, werd als bovenmenschelijk beschouwd. Men gaf den slaaf onmiddellijk zijne vrijheid en riep hem tot vorst der jagers uit. Hoe de Gorilla zich in gevangen staat voordoet, weet men niet. In natuurstaat geeft hij weinig blijk van verstandelijke vermogens.
Hoewel zich gaarne bij het vuur warmende, dat