Deze pagina is gevalideerd
— 123 —
neusgaten, slechts door een dun middelschot gescheiden.
De langwerpige oogleden, door een plat vak van elkander gescheiden, zijn voorzien van ooghaartjes en van weinig uitpuilende rondachtige wenkbraauwbogen. Aan het rondachtig hoofd vertoont zich een aanvankelijk gewelfd en later wegwijkend voorhoofd. De bolle kin is met een korten baard bedekt. Het naakte aangezigt is met haar omlijst, dat aan de wangen zich vrij dik voordoet, op de kruin schraal is en zich weder vrij digt vertoont aan het achterhoofd.