— 137 —
wasdom erlangt. Dat dit zamenstemt met den teruggang zoowel in ligchaamsvorm als in geestvermogens, hierboven aangestipt, zal ik wel niet behoeven te doen opmerken.
Beschouwen wij nu het overige geraamte. In de gesteldheid van den tronk nadert vooral de Siamang tot het geraamte van den mensch. De oprijzende uitsteeksels der bovenvlakten van de ligchamen der halswervelen, de rigting benedenwaarts der doornwijze uitsteeksels van den vierden tot den negenden rugwervel, het getal van vijf lendenwervelen, hunne toenemende stevigheid en breedte beneden- of achterwaarts, de gedaante van hunne dwarse en doornwijze uitsteeksels, het ware heiligbeen, en de geheel naar den mensch gelijkende gesteldheid der darmbeenderen maken, dat de wervelkolom van den Siamang het meest tot die van den mensch nadert. Gelijke toenadering openbaart zich in het borstbeen, dat, even als bij den mensch, uit handvat, zwaard en zwaardwijs uitsteeksel bestaat. Het is echter breeder dan bij den mensch en zijn ligchaam bestaat uit twee symmetrische helften. Tot verduidelijking stel ik het geraamte van den Siamang voor, waardoor met een oogopslag zelfs den mingeoefenden de overeenkomst met het menschelijk geraamte kan blijken.
In den tronk van den Chimpansé en in dien van den Orang-oetan vertoont zich reeds een zeer merkwaardige teruggang, welke zich al duidelijker en in regelmatige afdaling openbaart bij de overige apen der oude wereld tot aan de Bavianen toe, wier geraamte geheel in dat der vleeschetende zoogdieren overgaat. Ik mag daaromtrent niet breedvoerig zijn, en terwijl ik verwijze tot de ontwikkeling dezer stelling, in alle hare bijzonderheden, elders door mij geboekt, vergenoeg ik mij met de opgave van een paar hoofdpunten, die gemakkelijk door elk gevolgd kunnen worden. In den Chimpansé blijft alleen het handvat van het borstbeen van den mensch over; al zijne overige deelen zijn op zich zelve staande segmenten. In den Orang-oetan zijn die segmenten in twee symmetrische helften gescheiden. Bij al de overige apen ontbreekt zelfs het handvat en bestaat het borstbeen, even als bij zoo vele andere zoogdieren, uit even zoo vele afzonderlijke stukken, als er ware ribben zijn.
In het beengestel der ledematen vertoont zich bij al de apen de