Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/220

Deze pagina is gevalideerd

— 206 —

der kijkers van molteni door eene onbeduidende kleinigheid kan verholpen worden, zoo zoude men gelooven, dat zij, in vergelijking van die uit München, het oprapen niet waardig zijn. Dat valsche licht in de kijkers van molteni is niets anders dan eene terugkaatsing van het daglicht, op de binnenwanden van de buizen des kijkers. Men kan die terugkaatsing niet genoeg weren, door de buizen van binnen zwart te maken, maar het hinderlijke licht wordt geheel afgesloten en de terugkaatsing onmogelijk gemaakt, door eenvoudiglijk aan het uiteinde van de buis g h, dat binnen de buis f g verborgen is, een schermpje, met eene ronde opening, te brengen. Men kan een houten ringetje laten draaijen met eene opening van 14 Ned. strepen, juist zoo groot als door de hiernevensstaande figuur 2 wordt aangewezen. Fig. 2 Maakt men dit, met wat lijm, gom of lak, aan het uiteinde der buis g h vast, zoodat aan de randen geen licht kan doordringen, zoo houdt de mist en het valsche licht op, en men zal aan den kijker van molteni boven dien uit München de voorkeur geven. Zoodanig een schermpje kan men ligtelijk zelf, van een stukje karton of bordpapier, vervaardigen en aan het uiteinde der buis g h bevestigen. De zwarigheid, hoe groot zij schijnen moge, is zoo ligt te verhelpen, dat de Heer kipp, zonder verhooging van den prijs, al de kijkers, die hij in het vervolg heeft af te leveren, met zulk een schermpje of blindingtje zoude kunnen toerusten. Er waren echter reeds vele kijkers van molteni in ons land verspreid, voor dat ik die leerde kennen, en ook alle latere zijn zonder zulk een schermpje afgeleverd. De bezitters van die stukken zullen zekerlijk met belangstelling eene eenvoudige handgreep leeren kennen, door welke zij, in een oogenblik, een schijnbaar groot gebrek van die stukken kunnen verhelpen, dat hen vermoedelijk, in sommige gevallen, gruwelijk geërgerd zal hebben.

In fig. 1 wordt, door de gestippelde lijn l m, de plaats in de buis des kijkers aangewezen, waar het beeld van zeer ver verwijderde voorwerpen door het voorwerpglas gevormd wordt. Dat beeld wordt door de aardsche oogbuis, als door een zamengesteld