Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/229

Deze pagina is gevalideerd

— 215 —

verschillende glassoorten, te volmaken. Duwe te Berlijn en kellner te Wetzlar hebben achromatische sterrekundige oogbuizen vervaardigd, bij welke de voorwerpen, over de volle uitgestrektheid van een aanzienlijk gezigtsveld, dezelfde scherpte behouden; maar hoezeer die oogbuizen aan de sterrekunde belangrijke diensten kunnen bewijzen, zijn zij te kostbaar om eenen beminnaar dier wetenschap, die slechts een' kleinen kijker bezit, te kunnen worden aanbevolen. (Sterrenhemel, deel II, tweede druk, bladz. 664). Onlangs heeft hensoldt te Coburg aangekondigd, dat hij eene nieuwe soort van sterrekundige oogbuizen heeft uitgevonden, door hem in navolging van kellner, orthoscopische genoemd, die even voortreffelijk als die van kellner moesten zijn, en door hem voor een' zeer matigen prijs konden worden afgeleverd. De Heer kipp heeft mij een paar dier oogbuizen bezorgd, welke bij hem, met een zonneglas, op 7 guldens komen te staan. Deze oogbuizen hebben een veel grooter gezigtveld dan die uit München, of van molteni, en over de geheele uitgestrektheid van dat gezigtsveld behouden de voorwerpen omtrent dezelfde scherpte, maar die scherpte is iets minder dan die, met welke de evengenoemde oogbuizen de voorwerpen in het midden van het gezigtsveld vertoonen. Aan het gebruik der oogbuizen van hensoldt is wijders, even als aan dat der oogbuizen van kellner, een belangrijk bezwaar verbonden. Het tweede glas is namelijk bijna volkomen in het brandpunt van het eerste geplaatst, ten gevolge waarvan het minste stofje of onzuiverheidje op het tweede glas, met eene zeer lastige duidelijkheid, door het eerste glas gezien wordt. Het is bijna niet mogelijk de glazen der oogbuis volmaakt rein te houden, en het is hoogst onaangenaam, bij het beschouwen der vlakken op de zon of op de maan, nevens die, nog eene menigte andere te zien, die door den kijker zelven worden aangevoerd.

Bij de gewone sterrekundige oogbuizen, zoo als die uit München en die van molteni, zal een klein stofje op een der glazen geene hinderlijke vertooning in het gezigtsveld maken, maar toch moet men volstrektelijk zorgen, dat die glazen zoo zuiver mogelijk blijven. Zoo dikwijls als zich op die glazen de minste onreinheid