— 229 —
Met het woord schommeling of slingering duiden wij elke geregeld heen en weder gaande beweging aan. Hang een' bal aan een dun koord op, breng hem, door hem op zijde te trekken, uit zijn' toestand van rust, laat hem vervolgens los, en hij begint te slingeren. De bal bereikt onder dit slingeren, ter wederzijde van de plaats, die hij bij zijne rust innam, eene zekere hoogte; den weg, dien hij tusschen die beide, even ver van het rustpunt gelegene, hoogste punten aflegt, noemt men de lengte der slingering of slingerwijdte; den tijd, dien hij er toe gebruikt, slingertijd.
Span tusschen twee vaste punten een touw of snaar; vat het midden der snaar tusschen de beide vingers, trek haar daarna uit de regte lijn, die men zich verbeelden kan tusschen de twee hechtpunten der snaar aanwezig te zijn, laat haar vervolgens los, en zij maakt nu eene met den bal gelijksoortige beweging, zij slingert. In dit geval zegt men ook wel, de snaar trilt, en dit voorbeeld zal voldoende zijn, om op te helderen, waarom de slingeringen ook wel trillingen genoemd worden. Den laatsten naam kent men er bij uitnemendheid aan toe, wanneer de slingeringen zeer snel op elkander volgen, en de verst van elkander gelegene punten, die het slingerende ligchaam bereikt, digt bij elkander liggen, zooals wij dit ook bij de snaar konden opmerken.
Steekt men eene naald in eene plank, buigt men haar vervolgens over, en laat men haar dan plotseling los, zoo slingert of trilt zij op eene dergelijke wijze als de snaar en de heen en weder bewegende bal. Legt men op eene effene wateroppervlakte een stukje hout of kurk, en werpt men op een' afstand daarvan een voorwerp in het water, zoo ziet men het op het water drijvende ligte ligchaam gestadig op- en nederdobberen. De waterdeelen zijn nu in slingering of golving; zij blijven genoegzaam op dezelfde plaats op- en nederwaarts schommelen, en dit verschijnsel heldert weder op, waarom de slingeringen ook wel golven worden genoemd. Dat er dergelijke golven in elk ander vocht of in elke druipbare vloeistof kunnen worden opgewekt, zal wel aan geene bedenking onderworpen zijn. Het meest volkomen en het fraaist vertoonen zich die golven in