— 295 —
en zij niet in de gelegenheid waren om zich op eene andere plant te vestigen. De Parasieten planten zich dus van buiten op eenig ander gewas in, of zij trekken hieruit haar voedsel door middel van zuigwratjes.
Sommige geslachten der Parasieten vestigen zich op de wortels, anderen op de stengels en stammen van andere planten, waarom men ze ook vroeger in stengel- en wortelparasieten plagt te onderscheiden. De meeste zigtbaarbloeijende Parasieten behooren in het zuiden van Europa en in de tropische gewesten te huis, en de Flora van Nederland bevat er slechts weinigen, die echter voldoende zijn om ons eenig denkbeeld van het leven dier zonderlinge wezens te geven.
Onze Hollandsche duinen hebben voor mij iets zeer aantrekkelijks, en in den zomer is mij niets zoo lief, als een togt over die zandige heuvelen, door die groene valleijen waar de bijen gonzen, waar de krekels zingen en de zeewind ons vrijheid tegenwaait. Welligt schijnt het menigeen eene vermoeijende en verhittende inspanning om op een' warmen zomermiddag door die onbeschaduwde wildernissen te dwalen; menigeen zijn de vlakke straatwegen, de regte lanen, de harde keisteenen en de opgeschikte menschen liever, en alles, waarin hij de kunst of den mensch niet erkent, is hem een gruwel.—Voor mij, ik gevoel somwijlen behoefte om de menschen te vergeten, en dank den Hemel, dat er zelfs in mijn prozaïsch vaderland bij al die regte slooten en harde wegen nog een weinig wildernis is overgelaten, waar ik ongestoord zwerven kan en onbeschrijfelijk geniet bij het beklimmen van een nieuwen top, bij het ontdekken van eene nieuwe vallei. Maar ach! dat paradijs mijner jeugd, die glooijende duinen, zij zijn de laatste wijkplaats der natuur tegen den onverbiddelijken tiran: Landbouw! Reeds zie ik hoe die landbouw begeerige blikken slaat op de vrije duinen; ik zie de vierkante aardappel- en erwtenvelden het natuurlijke groen en de wilde bloemen meer en meer verdringen: wel is de strijd nog groot, maar de Landbouw zal overwinnen, want hij is de sterkste; doch eer dit geschiedt, laat ons dan voor het laatst nog eens onze vrijheid en onze jeugd genieten op die bergen van Holland, en voor het laatst nog eens neêrzien op hunne bevallige Flora.