— 321 —
den vos langs zich wegloopen. Aan de andere zijde der rots vond hij den stervenden arend met afgebetene borst. Op gelijke wijze hebben reeds meermalen kleine wezels havikken en andere roofvogels, waardoor zij werden weggevoerd, midden in de lucht gedood.
Zonder eenigen grond heeft men betwijfeld, of de Gieren wel ooit kinderen hebben aangevallen. Verschillende voorvallen zijn daarvan bekend, voor welker waarheid kan worden ingestaan. In Kundwijl, kanton Appenzell, werd een kind, voor de oogen zijner ouders en buren, door zulk eenen geweldigen roover weggevoerd. Op den Zilveralp, kanton Schwytz, vloog een Gier op een bij eene rots zittend herdersknaapje aan, begon hem dadelijk te verscheuren en wierp hem in den afgrond, eer de in allerijl toegeschotene herders het konden verhinderen.
In het Bernsche bovenland, werd anna zurbuchen door hare ouders, als driejarig meisje, bij het hooijen mede in het veld genomen, en digt bij een stal op den grond gelegd. Weldra sliep het kind in; de vader bedekte het gezigtje met een strooijen hoed en ging aan zijn werk. Toen hij kort daarna met eenig hooi terugkeerde, was het kind verdwenen; hij zocht het in grooten angst gedurende geruimen tijd, doch te gelijk ging een der buren een steil bergpad op en hoorde tot zijne verbazing een kind schreijen. Hij ging op het geluid af en zag een grooten Lammergier opvliegen en eenigen tijd over den afgrond zweven. Haastig klom de boer naar de plaats van waar de Gier was opgevlogen en vond op den uitersten rand het kindje liggen, dat, behalve aan den linkerarm, waaraan het gepakt was, geen letsel had. Het had alleen gedurende de luchtreis kousen, schoenen en hoofdkapje verloren. De klip waarop het teruggevonden was, lag 1400 pas van de plek waar het te slapen gelegen had. Het kind heette voortaan geyer anni. Het voorval werd in het kerkboek opgeteekend, en voor weinige jaren nog leefde de heldin van dit geval in hoogen ouderdom.
Nog meer voorbeelden worden daarvan verhaald, en mogen sommige dan al ook door den tijd iets geheimzinnigs en twijfelachtigs verkregen hebben, er is geen reden, waarom de Gier zijne krachten ook niet aan een kind zou beproeven. Hij is stoutmoedig genoeg