— 29 —
dikke wanden hebben; deze cellen hebben onderling slechts weinig zamenhang en vallen ligtelijk van elkander af, zoodat zij zich dan ook, met het bloote oog gezien, dikwerf slechts als een bruin poeder vertoonen, dat kleinere en grootere holten vult, die eindelijk ook wel alleen overblijven.
Fig. 7 Het is duidelijk, dat hierdoor de digtheid van de kurk vermindert, en in het algemeen kan men stellen, dat kurk des te deugdzamer is naarmate zij minder van deze roodbruine harde plekjes vertoont.
Van de verschillende eigenschappen, waardoor de kurk zoo bijzonder geschikt is tot velerlei praktische doeleinden, als van hare geringe doordringbaarheid voor vocht en lucht, hare veerkracht, haar slecht warmtegeleidend vermogen, hebben wij reeds boven de noodige verklaring gegeven. Doch behalve deze eigenschappen, waardoor ook de kurk als plantbekleedsel uitmunt, moeten wij ten slotte nog op ééne wijzen, die voor de planten van weinig of geen waarde is te achten, maar waarvan de mensch nut heeft weten te trekken. Wij bedoelen hare ligtheid. Inderdaad zijn er weinige zelfstandigheden, die in dit opzigt met de kurk kunnen wedijveren, en betere dienst bewijzen tot vervaardiging van allerlei drijftuig voor vischsnoeren, netten, zwemtoestellen enz. Hare soortelijke zwaarte is omstreeks 0,20, dat is, bij gelijken omvang heeft kurk slechts ongeveer 1⁄5 van het gewigt van water. Desniettegenstaande is de stof, waaruit de wanden der kurkcellen bestaan, werkelijk zwaarder dan dit, waarvan men zich gemakkelijk kan overtuigen door uiterst dunne doorsneden van kurk in water te leggen. Na eenigen tijd zullen deze daarin bezinken. De eigenlijke oorzaak, waaraan de kurkzelfstandigheid hare ligtheid te danken heeft, is de lucht, die binnen in de cellen besloten is. Even als een paar met lucht gevulde blazen een' mensch drijvende houden, zoo doen het ook de millioenen kleine luchtbevattende blaasjes of cellen, waaruit de kurk bestaat. En zoo zien wij in haar een sprekend voorbeeld, hoe eene naauwkeurige kennis der voorwerpen, verkregen door de hulpmiddelen, welke de wetenschap aan de hand geeft, tevens de oorzaken der verschijnselen doet kennen, welke zij opleveren.