Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/451

Deze pagina is gevalideerd

— 41 —

bereiking van het doel voortreffelijk zijn ingerigt. De beide bovengenoemde torren leveren er een schoon voorbeeld van in de nestjes, die zij spinnen ter bewaring van hare eitjes. Te meer moet deze zaak der aandacht waardig geacht worden, omdat het spinnen onder de insekten meer voorkomt in onvolkomen staat, b.v. bij rupsen, maar zeldzamer in volkomen toestand, en vooral vreemder is aan schildvleugeligen. Bedenkt men hierbij, dat onze torren in het water leven en er zich niet buiten begeven, als zij spinnen, en dat bij aanverwante geslachten dit vermogen geheel schijnt te ontbreken, dan neemt de belangstelling nog toe.

Men vindt deze nestjes drijven op het water, waarin de maskers en torren plegen te leven. Soms dobberen zij vrij op den waterspiegel, maar meest zijn zij omgeven door eendekroos en andere waterplanten. Doorgaans vindt men meer dan één nestje op korten afstand bij elkaar, voornamelijk van de kleine soort en in grooter getal.

Laat ons eerst het volkomen nestje in oogenschouw nemen, dan nagaan hoe het gesponnen en met eitjes voorzien wordt, om eindelijk nog bij masker en pop een oogenblik stil te staan.

Fig. 4 en 5 vertoonen het geheele nest naar lyonet (Theol. pl. 1 fig. 16. en Rech. pl. 13, fig. 3 et 4.); fig. 6 is de geopende coque van miger (pl. 28, fig. 4); fig. 7 is een ongeopend, fig. 8 een doorgesneden nest, nabij Groningen door mij gevonden.

Nestjes van de kever
Fig. 4. Fig. 5. Fig. 6.

Men onderscheidt terstond het mastje of hoorntje a, hetwelk steeds boven waarts gerigt is en medewerkt, om den regten stand te bewaren en het omkantelen te voorkomen. Het moet bevreemden, dat lyonet