Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/500

Deze pagina is gevalideerd

— 90 —

schil met den middelbaren tijd, d.i. wiens fout, naauwkeurig bekend was en bepaalde deze fout met het werktuig van seiler, telkens vijf malen achter elkander. Uit die vijf uitkomsten nam ik het midden, door hare som door haar aantal te deelen, ten einde eene uitkomst te verkrijgen, die juister moest zijn dan elke op zich zelve staande bepaling. Het bleek echter dat de standvastige fouten der waarnemingen grooter waren dan de toevallige, en dat eene kleine buiging van den houten wijzer en eene kleine misplaatsing van het oog, waarmede men de aanwijzing van het paardenhaar afleest, eene grootere fout te weeg brengt dan die men wegens de bearbeiding van het werktuig te vreezen heeft. Met de volgende fouten der tijdsbepaling bedoel ik de verschillen, tusschen de wezenlijke fouten van den tijdmeter en die welke door het werktuig van seiler gevonden werden.

Fout der tijdsbepaling met het
werktuig van seiler.

1854, 1 April, 's morg. te 10 u. 6 m .................... 1 m. 39 sec.
1854, 4 April, 's morg. te  9 u. 33 m. .................... 1 m. 35 sec.
1854, 9 April, 's nam.  te  5 u. 49 m. .................... 0 m. 12 sec.
1854, 9 April, 's nam.  te  5 u. 55 m. .................... 0 m. 0 sec.
1854, 13 April, 's nam.  te  6 u. 22 m. .................... 0 m. 1 sec.
1854, 30 Octob., 's nam.  te  3 u. 34 m. .................... 1 m. 39 sec.
1854, 11 Decemb.,'s nam.  te  3 u. 22 m. .................... 2 m. 29 sec.
1854, 13 April, 's morg. te  9 u. 23 m. .................... 0 m. 44 sec.
1854, 13 April, 's morg. te  9 u. 46 m. .................... 0 m. 34 sec.
1854, 13 April, 's morg. te  9 u. 14 m. .................... 0 m. 3 sec.

De tijdsbepaling van den 11den December, die 2½ minuten van de waarheid afweek, is volbragt, terwijl de hoogte van de zon naauwelijks twee graden bedroeg en het beeldje ter naauwernood zigtbaar was. Schijnt het, naar de bovenstaande opgaven, dat seiler de naauwkeurigheid van zijn werktuig wat te hoog heeft geschat, zoo kan ik toch verzekeren, dat zulk eene naauwkeurigheid als het werkelijk bezit, met de vroegere werktuigen van denzelfden aard verreweg niet te bereiken was. Ook in den winter, onder de ongunstigste omstandigheden, doet het den tijd op omtrent eene minuut na bepalen, zoodat het ook dan voor het regelen van openbare uurwerken, en zelfs ter voorbereiding voor sterrekundige waarnemingen, eene allezins toereikende naauwkeurigheid bezit. Men kan zijne naauwkeurigheid aanmerkelijk vergrooten, door waarnemingen in den namiddag met die van den morgen te verbinden, en