Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/546

Deze pagina is gevalideerd

— 136 —

duidelijke verklaring van het verschijnsel; zij werd eenmaal op deze wijze gegeven door den Engelschen natuurkundige wollaston, aan wien de wetenschap zeer veel verpligt is. Dat wij thans de beschouwing van den stereoskoop voortzetten.

De naam stereoskoop is van griekschen oorsprong, en bestaat uit twee deelen, van welke het eerste een ligchaam beteekent, of iets, dat hoogte, lengte en breedte heeft, en dus geene teekening is, en het tweede deel zien of aanschouwen uitdrukt. Het werktuig dient ook inderdaad tot het ligchamelijk maken van teekeningen, het geeft ligchamen te zien. Aan dat vermogen moet dan ook de verwondering, de verrassing, het genoegen worden toegeschreven, die men bij het gebruik er van zoo algemeen opmerkt. Ik herhaal het, de indruk is moeijelijk te beschrijven, dien men bij het stereoskopisch zien ontvangt.

Men vrage niet of het dan enkel genoegen is, dat dit werktuig den mensch aanbiedt; of het dan geen nut of voordeel afwerpt? In het stuk getiteld: Wetenschap en Toepassing, dat in den 1en jaargang voorkomt, is die vraag voldoende beantwoord. Laat zelf geheel en al af van het nut en voordeel—het streelt, het verhoogt ons schoonheidsgevoel, het grijpt onzen geest aan. Is u dat niets waard?—Werp dan duizende zaken, die u omgeven, weg, en die slechts dienen kunnen om uwen smaak te streelen of uwe nieuwsgierigheid te bevredigen. Maar neen, de verstandige vraagt niet aanstonds: waartoe nuttig! De stereoskoop is een middel bij uitnemendheid, om te bewijzen, dat de liefdevolle Schepper de wetenschap ook heeft geschikt gemaakt, om tallooze bloemen op onzen weg te strooijen. Het eenvoudige werktuigje leert ons, dat God ons twee oogen heeft gegeven, om de geheele natuur te beschouwen, zooals zij is; om afstanden te kunnen schatten, en de deelen, die den uitwendigen vorm der ligchamen bepalen, als ook hunne betrekkelijke ligging te overzien. Wij weten niet, welke nuttigheid de stereoskoop nog eenmaal zal verkrijgen.—Zooveel is zeker, dat die uitvinding reeds duizenden handen werk verschaft, tot het maken van de daartoe benoodigde photographische platen. Ook zijn er reeds beelden gebeiteld naar de buste, die, uit de dubbele pho-