Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/584

Deze pagina is gevalideerd

— 174 —

thans, na zijne ontdekking, veel zekerder uitkomsten kunnen verkrijgen. Het is te hopen, dat men ook bij ons te lande de vruchten mag plukken van de kennis daarover elders verspreid. Overbekend is het, dat Z.M. onze geëerbiedigde Koning het initiatief daartoe reeds voorlang heeft genomen. In 1852 werd door hem eene Commissie daartoe aangesteld, die sedert dien tijd de piscicultuur in Frankrijk heeft gadegeslagen. Daarna heeft Z.M. op het Loo en aan het huis te 's Bosch, kleine proef-inrigtingen daartoe, zoogenaamde "piscines," doen aanleggen. Mogt dit heilzaam voorbeeld door velen in den lande worden nagevolgd, de klagt van ongenoegzaam dierlijk voedsel voor het volk zou daardoor worden verminderd. Het is ook een voorbeeld vorsten niet onwaardig. In vorige eeuwen vindt men dit bewaarheid in hetgeen alexander de groote deed, om aristoteles in staat te stellen zijne Natuurlijke Geschiedenis der Visschen te bewerken. Niet alleen, dat deze den wijsgeer daartoe op verschillende tijden eene geldsom toestond van 900 talenten (ruim anderhalf millioen guldens), maar bovendien verhaalt plinius, dat vele duizenden werklieden hem ter beschikking werden afgestaan, om visschen voor hem te verzamelen.

Is het alleen nut of voordeel, dat den mensch door de visschen wordt aangebragt? Of kunnen deze hem ook nadeel toebrengen of gevaarlijk zijn? Bij het bevestigend antwoord op deze vraag, wil ik nog tenslotte uwe oplettendheid vestigen, in de eerste plaats op het bestaan van vergiftige visch-soorten, en ten anderen op de uitwendige beleedigingen, die door deze dieren kunnen worden veroorzaakt.

Vergiftige visschen zijn er verscheidene, ofschoon weinige het schijnen te zijn onder alle omstandigheden. Ze hier allen op te noemen laat de gelegenheid niet toe; ik bepaal mij tot enkele voorbeelden.

Barbeel en Puitaal

CYPRINUS BARBUS (barbeel). GADUS LOTA (puit-aal).

De kuit van den barbeel, van den puitaal, zelfs die