Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/66

Deze pagina is gevalideerd

— 52 —

ruim 2000 jaren bedraagt die verplaatsing een twaalfde gedeelte van de ecliptica. Nu is men reeds sedert eeuwen gewoon de ecliptica in twaalf deelen af te scheiden, die naar zekere sterrebeelden worden genoemd b.v. de Weegschaal, de Maagd enz. Maar nu komen die deelen niet meer overeen met de sterrebeelden, waarnaar zij genoemd zijn, daar elk deel met opzigt tot het sterrebeeld, welks naam het draagt, één ten achteren is. Die afdeeling van den hemel, die men door het teeken van den Ram aanduidt, ligt niet in het sterrebeeld van den Ram, maar van de Visschen, en zoo vervolgens. Zeer natuurlijk: want sedert dien tijd, dat men voor ruim 2000 jaren elk deel des hemels naar het daarin zich bevindend sterrebeeld noemde, is de stand van de aarde met opzigt tot den hemel door de omwending van hare as, juist de lengte van een hemelteeken, dat is een twaalfde gedeelte van de ecliptica, verplaatst. Dit zal zoo voortgaan, tot, na verloop van omstreeks 25700 jaren, de afdeelingen des hemels weder volkomen zullen overeenstemmen met de sterrebeelden, wier namen zij dragen.

 

 

IV.

 

OVER DE BEWEGING DER AARDE IN HARE BAAN.


Het is allen bekend, dat de aarde zich op hare baan rondom de zon, al rondwentelende om hare as, voortbeweegt, dat zij die omwenteling in eenen tijd van 24 uren volbrengt, en dat zij ruim 365 zulke omwentelingen te volbrengen heeft, eer zij haren jaarlijkschen weg heeft afgelegd. Die beide bewegingen, om hare as en om de zon, zijn ten naauwste verbonden. Het is niet denkbaar, dat een ligchaam, van alle kanten vrij zijnde, zich alleen om hare as bewegen zal, zonder zich in de ruimte te verplaatsen. Wij kunnen de oorspronkelijke beweging der aarde ons niet anders denken, dan als een schok of stoot, haar reeds bij hare wording toegebragt. Geeft men eenen kogel, die op eene gladde vlakte ligt, eenen stoot, hij zal zich voorwaarts bewegen. Gaat die stoot juist door het middelpunt des kogels, hij zal in eene regte lijn voort-