Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/76

Deze pagina is gevalideerd

— 62 —

met groote kracht en geluid aan het zieden geraakt. Het water is zeer helder, zoodat de melkachtige of opaliseerende kleur van het meertje aan de witte bodem en randen schijnt te moeten worden toegeschreven. De temperatuur van het water is 80° Fahrenheit, en uit een glas gedronken is de smaak door het koolzuurgas aangenaam prikkelend, terwijl het gezwavelde waterstofgas daarbij niet hinderlijk is.

De omtrek van het meertje wordt gedurig kleiner. Ten dage van kircher, dus ongeveer 200 jaren geleden, bedroeg de omtrek nog eene mijl; thans niet meer dan 15 à 1600 voeten. Onder de regering van augustus moet de omvang nog veel grooter zijn geweest, want de reeds vermelde baden van agrippa waren in het water gebouwd, en staan nu op eenigen afstand van den oever. De oorzaak dezer beperking is niet twijfelachtig: zij bestaat in de voortdurende formatie van den Travertien. De gras- en rietscheutjes toch, welke welig aan de boorden groeijen, worden voortdurend omkorst door de koolstofzure kalk, welke uit het water nedervalt. Als men deze grasscheutjes afbreekt, vindt men de wortels geheel omkorst; en de wallen der omringende velden bestaan uit blokken Travertien, geheel gevormd uit de omkorstingen der stengels van gras- en waterplanten. Op vele plaatsen van Campanië kan men in de Travertien deze omkorsting van planten waarnemen, zoo als ook in de blokken van Travertien, in het Coliseum te Rome bewaard, gemakkelijk kan opgemerkt worden. Voor weinige jaren viel een vrij groot stuk lands bij dit zwavelmeertje in, omdat de holle rotsen geene genoegzame ondersteuning hadden; en in de versche breuk der steenen kon men gereedelijk de stengels derzelfde waterplanten herkennen, welke nu nog op den oever groeijen.

Op deze wijze wordt er gestadig nog Travertien gevormd, waardoor de omtrek van dit meertje, door de Italianen lagio solfatara genaamd, gedurig kleiner wordt.