— 144 —
menigmaal de geringste mislukking van den oogst hongersnood en ontvolking over het gansche eiland verspreidt.
III. Het plantenrijk is heerlijk in de tropische gewesten. Palmen, en rijst, en koffij, en duizenderlei vruchten bekoren daar het oog en den smaak. Maar hebben ook wij niet veel, wat der tropische luchtstreken ontbreekt? Zie onze rijke graslanden, een eeuwig groen grastapeet. een gezelligen, elkander beschermende plantengroei, bron van ons zuivel en onze rijke veeteelt. Of mist Java niet onze voortreffelijke, aan noordelijke en vochtige luchtstreken alleen eigene weiden, ons voortreffelijk rundvee, onze boter en kaas. En zoo deze er al niet geheel ontbreken, zij zijn niets bij deze hier inheemsche produkten van den vaderlandschen grond; of is het niet inderdaad opmerkelijk, dat onze boter zoowel naar Suriname als naar Java, onze Edammer kaas naar vele Aziatische landen, tot naar de Philippijnsche eilanden toe enz. verzonden worden?
Vruchten mogen er vele zijn en geurige en voortreffelijke; maar men mist er vruchten, die duren kunnen, zoo als onze winter-appelen en peren; vele vruchten worden niet dan met vreeze gebruikt, en onze geurige aardbezie is voor den Oosterling een lang gemist genot. De edele druif behoeft meer afwisseling van koelte met hitte en is in de verzengde luchtstreek, behalve op de bergen, bijna geheel onbekend, en het is eene daadzaak, dat Europa zijne wijnen naar al de oorden der verzengde luchtstreken in ruimen overvloed verzendt. De kostbare olijf is niet aan de heete, maar alleen de gematigd-warme luchtstreken eigen. Ja zelfs het uit Noordsche granen gebrouwen bier gaat uit Amsterdam naar Java, uit Londen naar Demerary.
Schomburgk, aan wiens voortreffelijke Reizen door Britsch-Guyana wij een waren blik in den natuurlijken toestand dier landstreek te danken hebben, schetst ons het volgende omtrent Demerary: Boter behoort aldaar tot de allergrootste weelde (I, p. 43), vleesch is voor den mingegoeden bijna niet verkrijgbaar, zoodat hij van bananen en zoute visch bijna alleen moet leven. Al het geslagte vee moet op denzelfden dag, dat het geslagt is, gebruikt worden, en zelfs het