Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/180

Deze pagina is gevalideerd

— 168 —

in firn, in de reeds genoemde korrelachtige sneeuw, over. Zoo verblindend wit als de sneeuw is de firnsneeuw niet; zij is min of meer met stofdeelen verontreinigd. Over hare gansche oppervlakte, heerscht uren ver, eene sombere, zeer vermoeijende eentoonigheid, die noch door rotsen, noch door steenklompen, noch zelfs door scheuren of kloven wordt afgebroken. Van den avond af, den ganschen nacht door, tot des morgens toe, overdekt eene vrij vaste korst de oppervlakte van de firn, die alsdan gemakkelijk te begaan is. Na den middag wordt echter die vlakte weeker, zonder dat de voet van den reiziger er evenwel diep inzakt. De sneeuw verliest door dat smelten hare krystalstructuur, de scherpe hoeken en punten verdwijnen, het aanhangende water bevriest, en vormt rondachtige korrels, die nu en dan zamenhechten en door ontdooijing en weder bevriezen in een grof gruis overgaan; juist deze korrelige, tusschen sneeuw en ijs liggende massa, maakt het eigenaardige wezen van de firn uit, die weder een aantal gedaanten kan doorloopen, eer zij in gletscherijs is herschapen. De sneeuw is derhalve veel minder digt dan de firn. Dolfus zegt, dat 1 el hoog liggende sneeuw, door smelten eene laag water van 8,5 duim voortbrengt, terwijl de firn 33 duim zou opleveren. Schlagintweit stelt den nederslag op de Alpen op 15 tot 19 palm water, waarvan ¾ in sneeuw wordt afgezet. De sneeuw, die tot aan het begin van den zomer valt, zou gemiddeld eene laag van 15 tot 17 el dikte vormen. Dat ook in den zomer soms zeer veel sneeuw door den dampkring wordt nedergelegd, ziet men uit een schrijven van agassiz, op den 1 Augustus 1842. "Sedert 60 dagen," zegt hij, "houdt het rondom ons niet op met sneeuwen; sinds 2 dagen is de temperatuur 1° C. en des nachts hebben wij—4°, dat is ongeveer 25° Fahr. gehad; ik kan naauwelijks de pen vast houden, om verslag te geven van onze onderzoekingen."

Diep onder de sneeuwoppervlakte neemt hare digtheid, ten gevolge van de drukking van den bovenlast, dermate toe, dat zij tot wezenlijk ijs overgaat, en geheel overeenkomt met dat van den eigenlijken gletscher. Schlagintweit heeft door proeven met de hydraulische pers de mogelijkheid bewezen, om door drukking, en