— 238 —
overigens even snel. De figuur leert ons al spoedig, dat voor eenig
punt r, dat ter regterzijde gelegen is, de weg a r altijd iets grooter is dan b r, (men kan het wel op het oog zien) terwijl voor eenig punt n ter linker zijde de weg b n altijd iets langer zal zijn dan a n dit verschil neemt aan beide zijden toe, naarmate het punt r of n verder is verwijderd van het punt o, dat regt tegen over de poort ligt; doch voor dit punt o verdwijnt het geheel, zoodat a o en b o volkomen aan elkander gelijk zijn. Ook de wegen A a en A b zijn onderling even lang, omdat ook A juist tegenover de poort ligt.
Wanneer nu een paar heeren te gelijker tijd uit A op weg gaan, komen zij te gelijk in a en b aan, doch wanneer zij dan verder naar r stappen, moet de een, die den weg a r maakt, blijkbaar eene langere reis hebben dan hij, die langs den weg b r verkoos te gaan, en het gevolg hiervan is, dat de eerste te laat in r komt;