— 249 —
vlam ziet, zal men meer of min gekleurde beeldjes zien, die hoofdzakelijk in twee rigtingen gelegen zijn, welke loodregt staan op de draden der zijde; vertrekt men de draden in eene bepaalde rigting, dan ziet men ook die beide stelsels mede draaijen. Ons zonnebeeldje op het horologieglas doet om zijne kleinheid natuurlijk ook hier veel betere diensten dan eene vlam. Zeker heeft men wel reeds iets van dit verschijnsel waargenomen, wanneer men toevallig des avonds over straat ging en door eene uitgespannen zijden parapluie naar eene eenigzins verwijderde lantaarn zag.
Eene slagpen van een kanarievogel, van eene musch of dergelijke ligt ook nog wel onder het bereik van een ieder; eene veder bestaat uit schaft en baard en die baard wordt gevormd door haren, welke links en regts op de schaft zijn ingeplant; het is misschien minder bekend, dat elk dezer haren weer met kleine dwarshaartjes bezet is, die in dezelfde stelling tot die eerste haren staan als deze laatste tot de schaft; deze kleine nevenhaartjes eindelijk zijn te zamen verbonden door een dun doorschijnend vliesje, dat men gemakkelijk aan eene ganzen-pen kan waarnemen. Op de slagpen van zulk een kleinen vogel staan die hoofdharen ongeveer eene halve streep van elkander, terwijl de nevenhaartjes niet meer dan 1⁄50 ener streep van elkander zijn verwijderd. Wanneer die hoofdharen in hunnen natuurlijken toestand nevens elkander liggen aan de ongeschondene veder, blijven er tusschen deze kleine nevenhaartjes uiterst kleine ruitjes open, waarover alleen het dunne doorzigtige vliesje is uitgespannen. Deze ruitjes doen nu dezelfde werking als de mazen der zijde; van daar het schoone verschijnsel, dat men waarneemt, wanneer men door zulk eene digt voor het oog gehouden veder naar een eenigzins verwijderd vlammetje of ander lichtend punt ziet.
Wij behandelden tot nog toe slechts de uitwerking van eene vereeniging van openingen; wij willen nu in overeenstemming met fig. 6 nog de werking behandelen van eene verzameling van gelijke, regelmatige en even groote ondoorschijnende voorwerpjes. Vooraf echter zij vermeld, dat een klein doorschijnend bolvormig ligchaampje, bijv. een glasbolletje, dat op eenigen afstand van het oog ligt, ook nog wel onder de ondoorschijnende mag gerekend worden, omdat het licht