— 253 —
met geduld en overleg onderscheidene gaatjes van dezelfde soort en grootte, welke op eene bijzonder gelijkmatige wijze over het schijfje moeten worden verdeeld. Tot het maken van ronde gaatjes van allerlei grootte bedient men zich eenvoudig van eene gewone speld. Een zeer schoon schermpje leveren bijv. eenige speldenprikken van gelijke grootte en op eene regelmatige wijze verdeeld; zij geven even zulke ringen rondom het zonnebeeldje als ons heksenmeel van vroeger, die echter door vele andere schoone en regelmatig verdeelde gekleurde beelden worden overdekt. De verbeelding heeft overigens bij het maken dezer schermpjes vrij spel, mits men slechts de vereischte regelmatigheid en gelijkmatige verdeeling der openingen in acht neme; men make vooral ook eenige schijfjes met een sleufje en neme de wijdte van dit sleufje voor elk schijfje verschillend; bij de proef met deze sleufjes moet men dan het glazen buisje in plaats van het horologieglas als spiegel nemen. Elk dezer schijfjes wordt nu met vernis over de opening van een eigenen koperen ring bevestigd, en deze ring wordt dan voor de proef met een weinig was op den houten band vastgemaakt. Heeft men mijne beschrijving gevolgd en zich eene verzameling van zulke schijfjes voor zijnen kijker gemaakt, dan, geloof ik, zal men zich niet beklagen over de daaraan besteede moeite; want de verschijnselen, die men zal waarnemen, zullen ruimschoots opwegen tegen de inspanning en het geduld, die de juiste uitvoering eischte. Wilde men eindelijk een meer volkomen toestel bezitten en met minder moeite doch vrij wat meer kosten zich deze schermpjes ten getale van wel honderd aanschaften, dan kan men van een instrumentmaker eene doos met de zoogenaamde diffractie-schermpjes van schwerd ontbieden, die echter ook meer dan ƒ 100 kost. Enkele hiervan liggen nog onder ons bereik, namelijk een lapje (liefst zwarte) tulle, neteldoek of kamerdoek, en een stukje koper- of een stukje zijdengaas, welke allen eenvoudig strak voor het voorwerpglas van den kijker worden uitgespannen.
En hiermede lezer! ga ik vooreerst afscheid van u nemen; ik hoop dat de beschreven proeven zelfs den oningewijden eenig wezenlijk genoegen zullen verschaffen, wanneer hij, verdiept in de beschouwing van verschijnselen, die hij begrijpt, zich nader voelt gebragt